Thuisgekomen

Standard

Mijn woonplaats heeft, volgens de Stentor van enkele jaren geleden, een “flets imago”. Dat wil niet zeggen dat dat werkelijk zo is, maar de mensen willen nou eenmaal graag geloven wat ze willen geloven. En dat is bijvoorbeeld dat Dronten een flets, saai dorp is in een winderige polder (want men denkt nog steeds dat het er hier uit ziet als begin jaren zestig, toen het net droog lag en de eerste huizen verschenen op een eindeloze, koude vlakte).

En wat mij betreft mag Dronten zo blijven. Wat anderen flets noemen, vind ik heerlijk relaxed. Ik heb jaren in Almere gewoond, op zich een prima stad, maar het Stadshart, de natte droom van elke architect, werd in de praktijk een winderige heuvel waar je met je kinderwagen of rolstoel moeilijk tegenop komt als de wind rechtstreeks vanaf het Weerwater door de gebouwen heen perst. Op koopavonden is het er doodstil, op enkele intimiderend kijkende jongeren na. Een winkeleigenaresse daar vertelde me ooit dat die nog wel eens groepsgewijs een winkel inliepen, een hand vol waar meenamen en zonder te betalen weer vertrokken, met een air van “en heb het hart eens om me tegen te houden!”

En ik zou liegen als ik zei dat het mee viel met de criminaliteit. Inbraken en (woning)overvallen kwamen helaas regelmatig voor, ik heb in mijn eigen wijk verschillende malen schietpartijen gehad (gelukkig niet meegemaakt omdat ik toen net weg was), er was veel vandalisme en diefstal en de tolerantie ten opzichte van elkaar werd er niet beter op toen een omstreden politieke partij in de gemeenteraad kwam te zitten en bevolkingsgroepen tegen elkaar uit probeerde te spelen.

Toch heb ik het naar mijn zin gehad in Almere. De wijken waren ruim opgezet, het jonge groen groeide snel genoeg om nieuwe wijken een prettig aanzien te geven en er was altijd wel een park of bos in de buurt. Maar als je afhankelijk bent van goedkope huur, is Almere een rechtstreekse ramp. Nadat ik jaren met mijn kinderen in een onaanvaardbaar kleine woning had gewoond en zelfs maatschappelijk werk geen poot aan de grond kreeg voor woonverbetering, kreeg ik op een dag een ingeving: waarom ga ik niet naar Dronten? Omdat blijkbaar geen hond daar wil wonen, zijn de huren laag en de wachtlijsten kort. Iets waar tijdens de recente crisis ook verandering in begint te komen, maar ik had mijn ingeving precies op het juiste moment gekregen en anderhalf jaar na inschrijving kreeg ik de sleutel van een net gerenoveerde woning in Oud Dronten, die net goedkoper qua huur was dan mijn driekamerflatje in Almere, waar we met ons voor 66,6% uit Aspergers bestaand gezin na ruim zes jaar op elkaars lip tussen de wasrekjes leven al lang snakten naar wat meer “personal space” en ook: een tuin!

Ik heb er geen dag spijt van gehad dat ik daar ben gaan wonen, ook al woon ik nu verder van mijn familie vandaan. Hier voel ik me thuis, al heb ik nooit echt “roots” hier gehad. Op een oudtante na, die op de Morinel kwam te wonen toen die net was opgeleverd en alweer jaren geleden is overleden. Daar ben ik één maal geweest, meestal kwam zij naar ons toe, dus Dronten was verder een onbekend avontuur voor me.

En ik voelde me er meteen thuis.

Dronten geeft me de rust die ik zoek. Ik weet dat het een gruwel is in de ogen van veel Nederlanders, maar het ademt nog iets uit van de jaren zeventig en tachtig. Dat voelt veilig, vertrouwd, als vroeger. De wijk waar ik woon is, na het centrum, het oudste deel van Dronten en is in de jaren zestig gebouwd. Het doet me heel sterk denken aan de Hilversumse Riebeeck in de jaren zeventig, waar mijn oma destijds woonde. De tuintjes stralen ook nog iets nostalgisch uit. Niet de moderne terras- en tegeltuinen, maar echt tuinen met planten en bloemen en struiken en bomen, waar de meeste mensen nog schoffelen en harken en snoeien. Wat overigens minstens zo gezond is als een bezoekje aan de sportschool, is me ooit verteld. En ik vind het ook nog eens leuker dan zwoegen op een apparaat.
Er is een nieuwbouwgedeelte, maar daar kom ik eigenlijk nooit. We hebben hier alles bij de hand op nog geen 500 meter van huis. Vier supermarkten, de bekende standaardwinkels zoals Blokker en Kruidvat natuurlijk, maar ook nog een echte kaas/-notenboer, groenteboer en banketbakker. Wat kan je je nog meer wensen? Oké, een Action misschien, met een fietslampjes verslindend huishouden…!

Mijn nieuwe huis (gebouwd in 1964 en recentelijk ingrijpend gerenoveerd) ligt vlakbij het stadsbos, dat in 1963 (een jaar na de “geboorte” van Dronten) werd aangelegd, later wel is aangepast met wat meer park-achtige delen, maar inmiddels aardig volwassen is geworden. Als je er loopt vergeet je je vooroordeel dat Flevoland een kale, winderige kleivlakte is!

Die wandelingen bevielen me zo goed, maar ik had een stok achter de deur nodig. En op een dag besloot ik dat er een hond kwam..

Leave a comment